Henk van de Westeringh uit Zeewolde runt samen met zijn broer Ben een boerenbedrijf (akkerbouw en tulpenkwekerij en -broeierij FlevoFlowers). Hier verbouwen zij, naast tulpen, verschillende gewassen. ‘Van aardappelen, bonen en uien tot wintertarwe en suikerbieten. Ook hebben we een broeierij waar we in de winter prachtige tulpen kweken. Hierdoor zijn we het hele jaar door zoet met allerlei werkzaamheden.’
Een groot voordeel aan het verbouwen van verschillende gewassen, is de mogelijkheid tot jaarlijkse rotatie. ‘Om ervoor te zorgen dat je grond gezond blijft, is het belangrijk om je gewassen niet elk jaar op hetzelfde stuk land te plaatsen. Natuurlijk kan het ene gewas meer hebben dan het andere, maar de tulp is wat dat betreft erg gevoelig.’
Zo mag je een tulp nooit plaatsen op een stuk grond waar het jaar ervoor een ui heeft gestaan. ‘De tulp is vatbaar voor dezelfde ziektes als de ui. Wat dat betreft kan je een tulp beter plaatsen op een stuk land waar eerder gras of graan heeft gestaan.’
Deze zijn erg goed voor het opnieuw opladen en de structuur van de grond. ‘Gras en graan brengen de grond terug in conditie, wat erg belangrijk is voor de tulp. Een tulp heeft namelijk heel veel mineralen en losse grond nodig om goed te groeien. Hoe beter en verser het land, hoe zwaarder de tulpenbol. En hoe zwaarder de tulpenbol, hoe groter de tulp zelf.’
Ook het koppen van de tulpen helpt mee aan de groei van de bol. ‘Elk jaar komen tulpenbewonderaars verbluft naar ons toe om te vragen waarom we die prachtige tulpen kapot maken’, lacht Henk. ‘Door het koppen van de tulp, hoeft de bol de mineralen niet te delen met de bloem, die met al zijn pracht en praal natuurlijk veel energie vraagt. We laten de tulp enkel tot bloei komen omdat we deze zo beter kunnen controleren op virussen. We kweken de tulpen nu eenmaal niet voor de bloem, maar de bol. Dus helaas.. de bloem moet het uiteindelijk ontgelden.’